In verschillende musea in Nederland wordt het 350ste sterfjaar van kunstenaar Rembrandt van Rijn herdacht. Het Rijksmuseum pakt uit met de tentoonstelling Alle Rembrandts. Daarbij laat ze niet alleen de topstukken als De Nachtwacht, Marten & Oopjen, Het Joodse Bruidje en De Staalmeesters zien. Ook minder bekende werken uit de jonge jaren van de meester worden getoond. Het is genieten in het Rijksmuseum, zeker ook van de allermooiste tekeningen en etsen. Ze worden maar zelden langdurig geëxposeerd omdat ze bijzonder kwetsbaar zijn en zeer gevoelig voor licht. Dat het Rijksmuseum nu zijn hele collectie Rembrandts gedurende bijna vier maanden samen presenteert, is een unicum.

De bezoeker krijgt een weergaloos beeld van Rembrandt als kunstenaar, als mens en als verhalenverteller. Maar uit het geheel blijkt ook dat hij zijn leven lang eigenlijk een rebel is geweest. Zijn onderwerpen, zijn kleurgebruik en zijn techniek wekten dikwijls wrevel bij de overheid, de gevestigde burgerij en zeker ook bij collega’s. Dat zie je aan de reeks zelfportretten, de portetten van zijn moeder en zijn familie. Welke kunstenaar heeft het ziekbed van zijn vrouw zo indringend vastgelegd als hij? Ook de wereld om hem heen fascineerde hem. Van bedelaars en straatmuzikanten tot landlopers en acteurs, hij maakt talloze portretten van de onbekende mensen die hij op straat of in het buitengebied tegenkwam. Maar zoals dat dikwijls gaat met rebellen, ze staan zo goed als alleen tegenover een overmacht en pas jaren na hun dood wordt hun vernieuwende kracht ingezien.

Kunsthistoricus Dr. Ger Jacobs bezocht de tentoonstelling en laat bij deze lezing zijn licht schijnen over Rembrandts vernieuwende geest.